BLOG EXTRA | Maak buiten je thuis!

TRAILING


Door een bug (gokje) word in wordpress overal waar ik het woord m o o i  gebruik, dat in hoofdletters weergegeven. Omdat ik het toch wil blijven gebruiken heb ik het nu maar als m-ooi geschreven.

T R A I L I N G

De cybertracker methode kent twee pijlers: Track & Sign en Trailing.

‘Track & Sign’ gaat over het herkennen, vinden en op naam brengen van prenten en alle andere diersporen. 

‘Trailing’ gaat over het volgen van een vers spoor, met als doel het dier uiteindelijk te zien, zonder dat het weet dat jij er bent. En: ongezien weer verdwijnen.


Trailen leer je niet uit een boekje, wij noemen in Het Prentenboek alleen wat oefeningen om mee aan de slag te gaan, maar echt trailen kun je alleen maar leren door het veel te doen. Buiten. In deze blog neem ik je mee op een van dat soort trainingen. Moet je toch weer lezen… 

Ik leg wat begrippen uit, soms zijn het Engelse termen. Ik vertel waar- en hoe ik kijk. Wat er verder bij komt kijken. Hopelijk krijg je zo een beter beeld waar het allemaal om draait. En, nog beter en veel belangrijker, heb je handvatten om er zelf buiten mee aan de slag te gaan!

 

EEN SPOOR VINDEN.
In Nederland zit je wat dit betreft in een luxe situatie, we hebben nou eenmaal veel (zand)paden. En net als wij, gebruiken veel dieren die ook. Ze volgen ons pad, of ze kruisen hem met hun eigen wissels. Volg gewoon een pad en je komt een prent tegen.

Wanneer is een spoor vers?  

 

 

 

 

 

 

AGING
‘Aging’, het inschatten hoe oud een spoor is, is zonder meer moeilijk. Je hebt absoluut lokale kennis nodig. Wat voor weer was het de afgelopen nacht, gisteren? Heeft het geregend en zo ja, hoeveel- en wanneer? Hoe zat het met de wind, vorst, zon, enz. Het zijn allemaal zaken die invloed hebben op het uiterlijk van een prent. De leeftijd van een prent inschatten leer je door veel ervaring. Je kunt dit thuis in je tuin al oefenen. Maak een afdruk in bijvoorbeeld zand, modder of humus en bekijk hoe deze verandert. Maak aantekeningen en/of een foto. Houd bij wat het weer is geweest en wat dit met jouw prent doet. Zoek de verschillen. Aging kun je alleen maar leren door ervaring.

Als je de luxe hebt dat je regelmatig ‘echte’ prenten kunt bekijken van wild, dan kun je dat op dezelfde manier doen. Kijk er elke dag even naar. Er zullen andere prenten bij komen, als opnieuw een dier het pad volgt of oversteekt. Wat deed het weer de afgelopen tijd? Een m-ooie kans om alles te vergelijken.

ALLE ZINTUIGEN OP SCHERP
Zet altijd al je zintuigen open, beweeg rustig, kijk vooruit en probeer een dier te zien en niet omgekeerd. Let op de wind. Sta regelmatig stil. Scan de omgeving om je heen. Luister. Door met je handen enorme oorschelpen te maken achter je oren, kun je veel meer horen en zelfs dat hoorapparaat sturen. Vogels die alarm slaan (kennis!), is dat vanwege jou, of is er iets anders aan de hand? “Always expect an animal”, dat is een opmerking die ik van Brian McConnell heb onthouden. Brian is senior tracker in de VS en ik ben onder de indruk van zijn superscherpe blik buiten. Houd er rekening mee dat je op elk moment een dier kan verwachten. 

KIJKEN
Prenten op een pad geven je heel veel info. Over het aantal dieren, de grootte en uiteraard de richting. Maar al volgend zal de ondergrond steeds wisselen. “Calibrate your brain” zegt Casey dan. Laat het terrein voor je, op je hersens inwerken. Gun jezelf tijd om te zoeken waar je naar moet kijken. Elke ondergrond heeft weer zijn eigen karakter. Op de foto’s hierboven wat voorbeelden van hoe een hertenprent er uit kan zien in zand/blad, blad en gras.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VOLGEN
Het is heel verleidelijk om te proberen elke prent afzonderlijk te vinden. Er zitten een paar nadelen aan. Misschien wel de belangrijkste is het feit dat je alleen maar naar de grond kijkt. Je bent maar met een mini stukje van het hele grote bos om je heen bezig. Ga rechtop staan, hou je hoofd omhoog en kijk vooruit. Probeer daar vóór je, te zien waar het dier gelopen heeft. Zo heb je letterlijk overzicht.

 

AANWIJZINGEN
Ondertussen zoek je al lopend naar aanwijzingen dat je nog steeds op het spoor zit. De ene keer is dat een hele duidelijke prent. De volgende keer is het een geknakte varen, een in de grond getrapt blad, een verschoven stukje mos. Wie weet vind je poep, het kan je veel vertellen over het dier wat je volgt. Ligt het allemaal op een plek, of verspreid. Is het vers en zo ja, hoe vers?

GATEWAYS
Nog een voordeel als je vooruit kijkt is dat je je moet voorstellen waar het dier gelopen heeft. Wat zou jij doen? Er zijn altijd obstakels en daar moet je omheen. Welke route neem je? Verplaats je in het dier. Heb je een idee waar het dier naar onderweg is? Waar zou ik langs gaan? Zoek daar naar aanwijzingen.
Op de foto een voorbeeld: op de voorgrond een kleine spar. Ga je daar links of rechts langs? Als je er links langs gaat loop je verderop tegen allemaal schuinstaande bomen aan. Rechts is logischer. Er loopt in dit geval ook nog eens een wissel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TRACKTRAPS
Tracktraps zijn ideaal en erg belangrijk tijdens het trailen. Het is alles wat een prent kan vangen, want daar komt het op neer. Het m-ooiste is natuurlijk een breed zandpad. Maar het kan ook een molshoop zijn, of een strook bosgrond zonder blad. Als een tracktrap in de lijn ligt waar jij op loopt, dan kun je soms een deel van je spoor overslaan en in die tracktrap verderop het spoor mogelijk weer oppikken.

HET SPOOR BIJSTER
Het gaat gebeuren: je raakt het spoor kwijt. Je hebt al een tijdje geen aanwijzing meer dat je goed zit. Voordat je het weet ga je zelf aanwijzingen ‘zien’: elke vlek wordt dan een prent…

DOORZETTEN
Trailen kan ook tussen je oren gaan zitten. Als je keer op keer het spoor bijster bent, kan dat gevoel tegen je gaan werken. Doorzettingsvermogen, je als een terrier vastbijten in het spoor, is ook een eigenschap waar je als ‘trailer’ aan zult moeten werken.

HET LAATSTE SPOOR.
Waar was je laatste zekere aanwijzing? Die moet je kunnen terug vinden, ook dat is een vaardigheid die je moet hebben als je gaat trailen.
Loop terug en kijk opnieuw naar je opties. Is je laatste aanwijzing een duidelijke prent? Kun je daar de richting die hij aangeeft uithalen?
Vind je in die lijn toch een nieuwe aanwijzing? Wat zijn je gateways?

 

 

 

 

FREEZE !
Blijf in een constant rustig tempo het spoor volgen. En terwijl je dat doet is het net zo belangrijk om je omgeving te blijven scannen. Let op beweging, kleur, geluid en geur. Waar gaat mijn spoor heen, zie ik in de verte al iets? Scan bosranden, kijk letterlijk in een vak met jonge aanplant. En als je iets ziet, bevries direct. Sta stil in precies die houding die je dan hebt. Veel dieren ruiken en horen perfect, maar wat kijken betreft moeten ze het voor een groot deel van beweging hebben. Blijf daarom staan en kijk rond met je ogen, zonder je hoofd te bewegen. En als je moet bewegen: doe het super langzaam.

GEDRAG
Wat weet je van het dier dat je nu volgt? Wat kun je vertellen over zijn gedrag? Wanneer en waar zoekt hij eten. Wat is het favoriete eten. Wat doet hij overdag, in de schemer en ’s nachts? Waar heeft hij rustplekken. Hoe zien poep en prenten er uit? Kun je de voor- en achtervoeten onderscheiden? Welke prenten kun je ermee verwarren?

DE WIND
Als je zeker weet, of het idee hebt dat je steeds dichterbij komt, gaat de wind een nog belangrijker rol spelen. Waar komt de wind vandaan? Komt hij continue uit dezelfde richting? Hoe hard waait het. Je kunt dit soort info al wandelend oppikken. Let op grashalmen, toppen van varens. Voel je de wind in je gezicht, of waait hij in je nek? Als er los zand is kun je dat door je hand laten lopen, als een zandloper. Waar waait het heen. 

De wind neemt niet alleen je geur mee, maar ook je geluid. Als de wind in je nadeel is (van achteren waait), moet je er mogelijk voor kiezen om je route aan te passen; misschien moet je in een boog omlopen om de dichte dekking voor je, vanuit een betere hoek binnen te komen.

Ik hoop dat je zo een beter beeld hebt gekregen wat trailing inhoudt.

Op deze blog vind je meerdere verslagen van trailing voorbeelden uit de praktijk.

Op onze site vind je meer informatie over de cybertracker methode en over trailing. Wij geven trailing workshops en organiseren ook een trailing evaluation.

Tijdens de workshop ga je in het veld aan de slag met alle punten die hierboven worden uitgelegd.
Tijdens een ‘eval’ ga je met nog maximaal 3 andere deelnemers op zoek naar groot wild (edelhert, damhert) om dit te volgen. Je wordt dan beoordeeld op de volgende 5 punten:
1. Spoor recognition, 2. spoor anticipation, 3. anticipation of dangerous situations, 4. alertness and 5. stealth

 



Reacties op dit artikel:
  1. Sören schreef:

    Prachtige samenvatting René, veel van wat ik al gelezen had in het boek Practical Tracking zie ik terugkomen (en sommige zaken beheers ik al relatief goed door het volgen van de reeën bij ons om ze te filmen en fotograferen 🙂 ). En nu oefenen oefenen oefenen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Klik hier om een eigen avatar toe te voegen.