BLOG EXTRA | Maak buiten je thuis!

Rabbit Ears & Rabbit Stick


Deel 1: RABBIT EARS

Dit deel gaat over de verkenning van onze nieuwe expeditie in de VS.

Amerikanen houden van overdrijven. Iets is al snel “awesome” of “amazing”.
Maar ik moet zeggen: om in de VS te zijn is een “amazing and awesome experience”.
Het land is enorm. Volgens mij is alles er groot. De afstanden, de huizen, de autos, de bergen, de landschappen.
In oktober 2014 waren we hier ook al, zie daarover onze blog ‘Reis door de VS‘.

Wij hebben toen Neal & Gelsey leren kennen, van ‘Laughing Coyote Project’ (LCP). Bij hen deed ik mee aan een cybertracker eval, een super ervaring om in een ander landschap naar soms heel vergelijkbare diersporen te kijken.
Al snel bleek dat we veel raakvlakken hadden en kwam de vraag op of we niet iets samen konden opzetten. Zeker kan dat! Eind augustus 2017 is het dan zover en vliegen we de oceaan over. Iets waar je vroeger als pionier echt maanden en maanden over deed. Daarover later meer. We vliegen met het daglicht mee en komen ’s avonds aan in de buurt van Longmont, Colorado, de thuisbasis van LCP.
We gaan 2 gebieden in de foothills van de Rocky Mountains verkennen om te kijken of we daar een nieuwe expeditie kunnen opzetten.
De rit erheen is een grote film. Indrukwekkende landschappen, uitgestrekte bossen, vlaktes, rivieren, de Rockies. Geweldig.

Het 1e gebied is de Western Elk Wildernes Area. Ik zie daar mijn eerste zwarte beer, live overdag. En ’s avonds komt er een bij onze basha kijken… Meer daarover lees je in onze blog ‘Beren op de Basha‘.
De Elk Wilderness is prachtig en ruig. Een kraakheldere rivier bruist over ronde keien. Het ruikt er naar naaldbossen met korstmossen. Maar het heeft ook een paar nadelen. Er loopt een gravelweg doorheen, dus kunnen er makkelijk mensen komen en dan vooral mensen met auto’s, quads enz.
Maar een veel groter nadeel zijn de koeien die in het wildernis gebied los lopen! Dat maakt voor mij een wildernis meteen anders. Net als wanneer er in Nederland een hek om een bDe 2e lokatie die we bezoeken is Sarvis Creek Wilderness Area. Tot aan de rand loopt een gravelweg die eindigt bij een P. Vanaf daar gaat alleen een smalle trail de wildernis in. De Sarvis Creek loopt door een dal met aan weerszijden vrij steile hellingen vol aspen en naaldbomen. Het is er nu al fraai met allerlei kleuren; oranje, geel, rood, beige, groen, grijs. Straks, in de herfst, moet het helemaal bont zijn. Colorado is niet voor niets ‘the colourfull state’.

De trail gaat, stiekem stijgend, omhoog. Met de volle rugzak en de brandende zon erbij is het een pittige wandeling. Regelmatig stoppen we om in de schaduw wat te drinken.
We komen nog een jager tegen die een klein kamp heeft. Alle materialen zijn door een outfitter afgeleverd, met pakpaarden. Vlakbij staat een kleine blokhut, het dak is ingestort. Wat een plek!
Even verderop rusten twee mannen in groen langs de trail, een rugzak vol met vlees en een gewei dat eruit steekt. Zij hebben gisteren avond ergens aan de berghelling een elk geschoten.os staat, een hek belemmert letterlijk je natuur-gevoel.
Zelfs na 1,5 uur over een smalle trail lopen, komen we nog koeien tegen. En weinig sporen van bijvoorbeeld herten. Gaan zij de koeien uit de weg? Jammer! Qua uitzicht, met de wilde rivier en al die rotsen is het echt prachtig hier. Maar wil je helemaal vanuit Nederland naar Amerika komen om je basha op te hangen tussen de koeien? Nee.

De 2e lokatie die we bezoeken is Sarvis Creek Wilderness Area. Tot aan de rand loopt een gravelweg die eindigt bij een P. Vanaf daar gaat alleen een smalle trail de wildernis in. De Sarvis Creek loopt door een dal met aan weerszijden vrij steile hellingen vol aspen en naaldbomen. Het is er nu al fraai met allerlei kleuren; oranje, geel, rood, beige, groen, grijs. Straks, in de herfst, moet het helemaal bont zijn. Colorado is niet voor niets ‘the colourfull state’.

De trail gaat, stiekem stijgend, omhoog. Met de volle rugzak en de brandende zon erbij is het een pittige wandeling. Regelmatig stoppen we om in de schaduw wat te drinken.
We komen nog een jager tegen die een klein kamp heeft. Alle materialen zijn door een outfitter afgeleverd, met pakpaarden. Vlakbij staat een kleine blokhut, het dak is ingestort. Wat een plek!
Even verderop rusten twee mannen in groen langs de trail, een rugzak vol met vlees en een gewei dat eruit steekt. Zij hebben gisteren avond ergens aan de berghelling een elk geschoten.

Na goed 5-6 uur lopen zetten wij ons basiskamp op.
Vanuit hier maken we allerlei dagtochten om de omgeving te verkennen.

Wat korte fragmenten en indrukken van ons:

Rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrt! Een douglas squirrel slaat alarm. Het hoort bij dit gebied. En hij zal het vaker doen, want hij heeft een vast territorium. Daarbinnen verzamelt hij sparrenkegels en dennenappels die hij allemaal op een vaste plek opslaat. Een ‘midden’ wordt het genoemd. Die plekken zijn soms enorm groot, we vinden ze van wel 5 bij 5 meter. Allemaal aangelegd door 1 ijverig diertje. Een grote massa schubben van al opgegeten zaden en daarin kleine holletjes die hij vol stopt met nieuwe kegels. En ondertussen, terwijl hij nieuwe kegels zoekt, komt een buurman snel zijn gebied in om uit zijn voorraad te stelen! En dan zitten er ook nog s mensen in zijn gebied. Life is hard.
De chipmunks die we overal zien zijn al net zo actief, ze rennen rond en je ziet ze regelmatig, op een verhoging zittend, eten. Een komt rennend, met volle wangzakken, tot op een halve meter van Beke.

Vuur is hier: of makkelijk, of heeeel makkelijk. Alles is zo ontzettend droog. Berken staan hier niet, dus er moet andere tondel aan te pas komen. Dat maakt het alleen maar leuk.

We stoken 2 verkoolde blokken op die we ergens vonden. Ook dat is afval vinden wij en na een avond stoken is het as en weg.

Het blijft voor mij een raar gevoel als je gaat vissen in kraakhelder water. Je ziet ze zwemmen en op je aas afkomen. Maar hier heb je geen keus. De Sarvis is zo helder als glas en stroomt op veel plekken langzaam. Al snel heb ik door waar de meeste vis zit en met de meest simpele hengel die er is, een wilgentakje met een draad en een haak, lig ik verstopt tussen diezelfde wilgen mijn aas uit te gooien. De ‘plop’, het geluid van mijn sprinkhaan die ik in het water gooi, is al genoeg om ze als haaien te laten aanvallen. Een sprinkhaan mèt haakje wel te verstaan. Ik ben echt verbaast hoe snel ik ze het water uit slinger. Beneden in het dal staan allemaal mannen met high tech materiaal dezelfde vissen te vangen (oké, daar zijn ze groter!) om ze even later terug te zetten!? Hier verzamel ik er een aantal, ik rijg ze aan een wilgentak en neem ze mee naar ons vuur. Mooie en lekkere aanvulling op de maaltijden.

Hier woonden ooit de Utes. Een van de vele Indianen stammen die de hele VS hebben bevolkt. Hun geschiedenis blijft er een van drama na drama. Als klein jongetje las ik al ‘Begraaf mijn hart bij de bocht van de rivier’, van Dee Brown. Een indrukwekkend en triest boek over de ondergang van de Indianen. Overal werden ze verjaagd, gedood, met valse beloftes bedrogen en in een aantal gevallen zelfs gedeporteerd. Al met al nog maar een dikke 150 jaar geleden. De vloedgolf van pioniers was niet te stuiten. Als je op kaarten bekijkt hoe groot de territoria waren van al die stammen, begin je ook te begrijpen hoe het voor hen moet zijn geweest. Velen leefden als nomaden. En als je je winterkamp opbreekt en vertrekt naar een volgende plek wonen er ineenkeer blanken! Middenin jouw gebied. En het werden er alleen maar meer en meer.
Ik kan me ook helemaal inleven hoe het hier voor de Indianen geweest moet zijn. Op weg hiernaartoe reden we door een enorm brede vallei met beschutte laagtes langs de Yampa rivier, begroeid met populierenbossen. Daar zet je een kamp neer: gras voor de paarden, brandhout en water vlakbij. Als je de boerderijen wegdenkt, kun je de teepees zien staan.
Vandaar uit gingen de mannen de bergen in, op jacht naar muledeer, wapiti en beer.

Maar ik kan me ook voorstellen hoe het geweest moet zijn voor de pioniers. Hoe je met je kleine huifkar in een konvooi over de Rabbit Ears Pass hebt geworsteld en eindelijk in deze vallei aankomt. Water, gras voor je koe en paard. Hout om te bouwen. Hier wil je wonen. Als je de teepees wegdenkt zie je de boerderijen staan.
Het leven voor de pioniers moet hard zijn geweest! Velen haalden het niet. In de romantische western films lijkt alles koek en ei, maar niets is minder waar. Groot respect ook voor hen; zelfvoorzienend leven met alles wat erbij komt kijken. Neal en Gelsey hebben een kleine boerderij met geiten, varkens, 2 koeien, kippen. Als je ziet hoeveel werk dat nu al is, in deze moderne tijd…

Tijdens een van de verkenningen lopen we de trail af, nog verder stroomopwaarts. Mooie vergezichten terug het dal in met grote rotswanden. Dennenbossen met een soort bosbes als ondergroei, even lijkt het Nederland, maar de geur is anders, en de grijswit gebleekte dode naaldbomen en vooral de enorme rotsblokken vertellen het tegendeel. We vinden verse wapiti prenten in het stofzand op de trail. Een bobcat heeft zijn poep als markering achtergelaten, ook midden op die trail. 2 raven vliegen over. Een (waarschijnlijk) havik heeft een northern flicker geplukt. Het is een specht met veel rode veren, alsof ze in de ecoline zijn gedoopt.
De terugweg is apenkooien over rotsblokken, enorme omgevallen naaldbomen en de Sarvis zelf. We volgen hem stroomafwaarts, terug richting ons kamp. Een ‘dipper’ (waterspreeuw) vliegt voor ons uit. Diepe kraakheldere poelen om in af te koelen. Snel stromend en bijna stilstaand water wisselen elkaar af. Prachtig! Hier heb je het gevoel dat je er als eerste bent. Wildernis!

We zijn hier om een nieuwe expeditie te verkennen, en die gaat er komen!

Het plan is om in augustus 2019 samen met LCP een 10-daagse tour aan te bieden in precies dit gebied. Om bij de Sarvis te komen rijden wij door de Rockies, ook dat is trouwens al een ervaring op zich. Uitgangspunt is om ‘net als de pioniers’ met pakpaarden en een ‘wrangler’ de wildernis in te trekken. Ook het eten is in pioniers stijl, denk aan zakken bloem, bonen, koffie en bacon.
Ergens langs de Sarvis zetten wij een basiskamp op vanuit waar wij het gebied verder kunnen verkennen. Dan begint het avontuur, de rust en het gevoel om er echt middenin te zijn. Wij denken aan onderwerpen als
– vissen
– koken op houtvuur
– eten in pioniers stijl: 4 x B (bannocks, bread, beans and bacon) aangevuld met wat hier te vangen en verzamelen is
– veiligheid rondom beren, poema’s en eland
– korte dag – en trektochten, voor wie wil met een ‘spike camp’ ergens in de wildernis
– wildcamera’s zetten
– trailen (het volgen van een vers dierspoor)
– planten en bomen in Colorado; herkennen, gebruik en mogelijkheden
– de handboor, materialen verzamelen en er vuur mee maken
– saskatoons (een soort krent) verzamelen en verwerken
– een wildernis tour voorbereiden
– een deel van je uitrusting maken met materialen die daar te vinden zijn, ook dat hoort bij het ‘pioniers leven’
Als afsluiting bezoeken wij een van de hotsprings die typisch zijn voor dit gebied en al veel ouder dan de ‘trek naar het Westen’.

Om mee te kunnen, moet je zeker fysiek fit zijn! Het gebied is ruig en ze wijn veel onderweg. Verder willen wij deze expeditie zo opzetten dat wij ervan uitgaan dat iedereen de ‘basics van bushcraft’ onder de knie heeft. Zo is er tijd voor ‘het avontuur’.
Heb je al interesse, laat het ons weten: info@extrabushcraft.nl

Hier hield onze tijd in de VS niet op. Wil je nog verder lezen, dan is dit de link naar deel 2: RABBIT STICK.

Vanwege het enorme aantal spams kun je helaas geen reactie achterlaten op deze blog. Wil je wel graag reageren, leuk! Stuur dan een email naar info (ad) extrabushcraft punt nl