BLOG EXTRA | Maak buiten je thuis!

BEREN op de BASHA


Door een bug (gokje) word in wordpress overal het woord m o o i  in hoofdletters geschreven. Omdat ik het toch wil blijven gebruiken heb ik het nu maar als m-ooi geschreven.

BEREN OP DE BASHA

Colorado, VS, Augustus/September 2017

Boven het geruis van de rivier uit, hoor ik duidelijk takken breken. Ik ben bezig om mijn wildcamera te zetten langs diezelfde rivier. Als ik opkijk zie ik aan de overkant, op een meter of 30, een grote donkere rug boven wat struiken uitsteken. “Het zal toch niet?…en is dat alles wat ik te zien krijg?”
Het antwoord is ja- en nee. Het is een zwarte beer! En hij heeft me niet gezien, gehoord of geroken. Langzaam loopt hij naar rechts en komt vol in beeld. Op z’n dooie gemak, zwaaiend met z’n kop loopt hij de helling af en verdwijnt tenslotte uit beeld.
Fantastisch!

Gisteren kwamen we aan in Paonia, Colorado. Vanuit dit stadje gaan we de wildernis in. Op de eerste avond vind ik langs de Paonia River al berenprenten. Gewoon, bijna in de bebouwde kom (foto linksboven).
De volgende dag gaan we op stap naar de Western Elk Wilderness. We verkennen 2 van de 3 ingangen naar het gebied. Tijdens 1 van die verkenningen vinden we op een gravelweg met een fijne stoflaag, berenprenten, een jong. De prenten van de moeder, die er moet zijn, vinden we even later aan de andere kant van deze weg.
Een jager op een quad komt voorbij. “Seen any bear?” Niet live, maar wel zijn prenten, je bent er net overheen gereden! Maar dat denk ik niet hardop (2 fotos rechtsboven).

We kiezen een van de ingangen en gaan bepakt en bezakt op stap. Een lange gravelweg gaat dit gebied in en af en toe kun je omlaag rijden naar de rivier. Op dat soort vlakke stukken wordt gekampeerd. Soms op z’n volledig Amerikaans, met een enorme trailer en als t kan nog een auto op de trekhaak! Maar er is verder niks. Geen water, toiletgebouwen, enz. Wel vaak de lelijke en compleet zinloze stenencirkels waar vuur in gestookt wordt.
We zijn hier samen met Neal en Gelsey van ‘Laughing Coyote Project’. Zij hebben een vergelijkbare school als EXTRA, niet zozeer bushcraft (dat is vrij onbekend in de VS) maar meer gericht op primitive skills. We hebben ze in 2014 leren kennen toen zij een ‘cybertracker eval’ (diersporen) organiseerden waar ik aan mee heb gedaan.
Samen met hen gaan we een expeditie opzetten, de wildernis in. Meer daarover in de andere blog en/of op onze site.

Dat er in dit gebied beren zitten was wel duidelijk, overal vinden we sporen. Beke en ik hebben onze basha vlak bij de rivier staan. Niet ver daar vandaan vinden we al fraaie prenten. Tijdens een korte verkenning stroomopwaarts vind ik er nog meer. Ze staan in geweldige slik, m-ooier kan het niet.

Ook fraaie van ‘transfer’; waar een beer eerst door de slik en daarna over stenen heeft gelopen.
Zijn prenten staan ‘in wit slik’ op de donkere keien.
Op de foto links een overzicht, rechts is een close up.



Behalve prenten ook poep, vol met zaden van bessen (vooral saskatoons -een soort krent, foto linksboven- en choke cherry, een soort vogelkers).
Om bij die bessen te komen duwt een beer zo’n bessenstruik gewoon om, makkelijk zat. Daarom zie je overal geknakte of omgebogen bessenstruiken.
De bladeren-op-de-kop zijn lichter van kleur, op afstand weet je op die manier waar de bessen te vinden zijn, want ook voor ons zijn ze goed te eten.
De drol hier links op de foto zit vol met chokecherry zaden. Hij lag op de weg naar de kampeerplek toe.

 

De volgende dag lopen we een trail, de wildernis in. Halverwege gaat het licht op schemerstand. Het duurt even voor het muntje valt: het is de eclips (zonsverduistering)!
Waar wij zitten is het maar heel kort en totaal niet volledig. Op het moment zelf lopen wij door een aspen (soort populier) bos.

In het rare licht zien we klimsporen van zwarte beren in de bast. De nagels van voor- en achtervoeten zijn m-ooi te zien.

 

Later die week horen we weer gekraak. Het is al donker en wij zitten bij een vuur. Als ik met mijn hoofdlamp in de richting schijn, zie ik meteen 2 ogen. Een zwarte beer. Ook nu weer niet al te ver, hij is ongetwijfeld bessen aan t ‘plukken’, het gekraak wat we horen is van de bessenstruiken die gesloopt worden. Ze staan hier langs de weg omlaag naar onze kampeerplek. Wij weten dat en de beer weet het zeker!. Even later zijn de lampjes weg. We horen niks meer.
Als we een half uur later naar onze basha lopen, ligt de helft op de grond!? 2 staken zijn omgevallen, 3 scheerlijnen liggen er slap naast. Op de basha een kleine plas water en 2 vegen wit slik. Grote vegen! “Het zal toch niet?” Maar het kan niet anders. Een beer heeft op onze basha geleund en de boel laten instorten! Als we goed kijken kunnen we in een van de vegen nog een voet herkennen. Behalve water zit er ook slijm op, het ruikt vis achtig.
Deze beer kwam vanaf de rivier, vandaar het water en slik.
We liggen.
De bivakzak dichtgeritst want er waait een koude wind.
“Wat als?”
We liggen niet lekker.
Niet bang, maar ook zeker niet ontspannen! Met de rivier zo vlakbij hoor je bijna niks en daarnaast hoor je een beer echt niet aankomen hier. De grond is keihard en er ligt weinig wat lawaai kan maken, zoals droog blad of twijgen. Achter ons verse berensporen, voor en rechts van ons ook.
We liggen niet langer!
We liggen in de auto die avond! Geen zin in nog een beer die ’s nachts onze basha komt inspecteren. Je moet het ook niet opzoeken!

De volgende morgen worden we wakker met beerprenten op de auto. Wasbeer in dit geval. Dus het valt mee. Door het stof op de auto kun je zien waar ze er op zijn geklommen en via de voorruit weer omlaag zijn gegleden. Niks van gemerkt trouwens.

Het weekend erna rijd ik naar Albuquerque, New Mexico. Deze staat ligt ten zuiden van Colorado. Het is ‘maar’ goed 7 uur rijden.
Dit land is enorm.
Onderweg een verkeersbord met een lopende beer erop. Speciaal voor dit gebied, want normaal wordt er alleen gewaarschuwd met het bekende overstekende hert.

Casey McFarland heeft een track and sign eval georganiseerd, speciaal omdat ik in de VS ben! Op die manier prima te combineren voor mij en niet alleen leuk en leerzaam, maar ook nuttig: ik zit midden in de opleiding om zelf deze evals te gaan afnemen.
Het is zijn 100e eval, dat maakt het extra bijzonder. Een hele grote prestatie, petje af!

Met hem verken ik allerlei plekken, vooral langs de Rio Grande rivier. Ook hier komen zwarte beren voor. Er zijn zelfs bossen gesloten vanwege problemen met beren. Dat heeft 2 redenen: het klimaat wordt echt droger. Dat heeft tot gevolg dat er bijvoorbeeld (te) weinig eikels zijn, eten voor beren. Daarom komen de beren omlaag, de bergen af, op zoek naar eten. En lager op de berg wonen mensen. Probleem 1. Het andere probleem is dat mensen op picknickplekken bewust eten laten liggen en/of zelfs beren voeren…
Daarna komt een andere familie picknicken en dan kan het maar zo gebeuren dat er ineenkeer een beer bij je tafel staat. Probleem 2.
Voor ons is het gesloten bos een nadeel, want het zijn m-ooie plekken met veel berensporen. Net buiten een gesloten gebied, naast de parkeerplaats vinden we gelukkig nog prenten in de gedroogde modder (foto rechtsboven).

“Are you afraid of bears?” vraagt een van de jagers die we tegenkomen in Sarvis Creek Wildernis Area. We zijn nog steeds in Colorado, maar nu meer west van Longmont.
De jagers komen hier vanwege de “bowhunting for elk”. Spreek het uit met een fiks accent, zoiets als: “beuw hon’n fur elk” Het jachtseizoen is net geopend om met pijl en boog op elk te jagen. Een elk is een wapiti, vergelijkbaar qua uiterlijk met ons edelhert, maar veel en veel groter. Ze zijn enorm!

“We just met a couple of guys from Wisconsin.They came running to us saying “we have seen a bear, only 75 yards away!! They left straight away”
Ze kijken ons onderzoekend aan.
“We are not afraid, but aware” is ons antwoord.

Over jacht gesproken: ook op beren mag worden gejaagd. Ik kwam een bericht tegen in een jachtmagazine; $ 42 en je hebt een ticket om er een te schieten…
Op het beginpunt van de trail loopt nog een moderne cowboy rond: grote pick up truck, spijkerbroek, riem met enorme gesp, stetson hoed, laarzen, zonnebril, snor. In plaats van een revolver bungelt er een grote bus pepperspray aan zijn riem.

We lopen op de smalle trail de wildernis in. Het eerste deel van dit pad staat vol met aspen (soort populier) en bessenstruiken. Midden op het pad ligt een verse berendrol. Gisteravond lag ie er zeker niet. We kwamen toen laat aan en zijn nog even een eindje de trail afgelopen. De drol zit vol met saskatoon zaden. Het bessenseizoen is eigenlijk al voorbij, ook al hangen sommige struiken nog steeds vol, maar de bessen zijn al aan het indrogen, ze zien eruit als rozijnen.
Links en rechts van het pad zien we overal geknakte takken en heel regelmatig zien we nagelsporen in de bast van de aspen, waar beren en hun jongen in de boom zijn geklommen. Ik heb t op films gezien. Dat gaat in een enorm tempo, ze rennen letterlijk omhoog! Ik scan alle bomen en hoop op een berenjong ergens in een top, maar helaas.

Na een uur of 5 – 6 lopen gaan we op zoek naar een kampplek. We steken de Sarvis Creek over en vinden een vlak stuk, onder wat naaldbomen. Op die manier blijven we lekker in de schaduw, want de zon brandt er hier ongenadig op los!
Vlakbij hangen we onze ‘bearbag’ hoog tussen 2 bomen in. Al ons eten en wat verder interessant ruikt zit erin. Uiteraard zitten we niet op een beer te wachten die op ons eten afkomt, maar het is ook nog eens al ons eten voor de komende tijd.
Zonder dat kunnen we inpakken. We zorgen dat de zak vrij van de takken hangt, zo kunnen ook de eekhoorns en chipmunks er niet bij.
Etensafval gaat het vuur in.
Tandenpoetsen doen we bij t vuur, spugen in de kolen en weg is de geur.

Op een van de volgende dagen volgen we de trail nog verder stroomopwaarts. Er staat hier geen enkele bessenstruik meer en ook de aspen zijn, wat hoger in het dal, verdwenen.
Maar geen verrassing: ook hier komt de beer. Langs het pad vinden we een beartree; met lange halen heeft hij met zijn nagels een niet te missen teken achtergelaten. Wat een kracht, dwars door de schors heen.
In de hars en op de schors zitten talloze haren. Hier heeft hij met zijn rug tegen de boom staan schuren. Echt prachtig om te zien. Ik pluk een aantal haren uit de schors, die gaan mee voor mijn sporen voorbeelden kist thuis.

In de beek vang ik een flink aantal bronforellen. De koppen leg ik een eind uit ons kamp vandaan op een wildwissel en zet er een wildcamera bij. Uiteraard hoop ik op opnames van een beer. Na 3 dagen en nachten is de enige opbrengst een rode vos. Het blijft natuurlijk altijd een gok dat er in zo’n korte tijd een beer langskomt. Het is die ene wissel in dat enorme gebied.
Maar een nog belangrijker reden zijn de bessen, die groeien lager in het dal en daar zijn de beren nu zeker te vinden.


Beren komen we op veel meer plekken tegen. Als we weer terug zijn in de omgeving van Longmont, waar onze reis begon, wijst Neal me een brug in bewoond gebied. Ik vind er m-ooie prenten van een volwassen beer en haar jongen.
En uiteindelijk, op Denver International Airport, sluit ik dit hele berenavontuur in stijl af met een koffie en pecanbroodje ‘bearclaw’…  Uiteraard heft de commercie de beer ook gevonden.
“Maar beren eten je toch op? is een vraag, terug in Nederland.
“Bears make the world a better place” zei Casey al eens. En zo is t.

Vanwege het enorme aantal spams kun je helaas geen reactie achterlaten op deze blog. Wil je wel graag reageren, leuk! Stuur dan een email naar info (ad) extrabushcraft punt nl



Reacties op dit artikel:
  1. Annemarie van Diepenbeek schreef:

    Hallo René, een genot om het reisverslag van jou en Beke te lezen. Groet, Annemarie.